Dubbele longe

De dubbele longe – met Wendy Bleekemolen

Vrees niet! Na eventjes oefenen ben je zelf ook een acrobaat in het mennen van deze touwen en heb je topmateriaal in handen om je paard onbelast te kunnen trainen. Hop!

De dubbele longe is al erg lang in gebruik, met name in de Spaanse rijschool, die nog veel verder teruggaat in de klassieke dressuur. “Ik meen dat ze in de Spaanse rijschool de eerste twee jaar zelfs niet op hun paard mogen, ze moeten eerst alles aan de lijnen aan de paarden leren voordat ze erop gaan. Nu wordt die trainingsmethode haast dikwijls overgeslagen, ik denk voornamelijk door de wedstrijddruk,” begint Wendy. “Paarden moet snel worden klaargestoomd. Ook in de westernsport zie je dat. Ze worden op twee jaar zadelmak gemaakt en moeten op tweeënhalf, driejarige leeftijd al presteren. Dat is heel belastend en veelste vroeg, het is zoals jonge kinderen topsport laten doen.”

Voordelen

Op de Two Lazy Seven Ranch spenderen ze wel aandacht aan deze manier van trainen, want ze is voor veel redenen goed. Het brengt plezier en ontspanning voor de ruiter en het is iets helemaal anders om te doen. “Het is wel best dat je begeleiding neemt als je ermee begint. Het is niet evident, met twee lijnen, dus het is wel goed dat je dat eens met een instructeur doet,” legt Wendy uit.

Het werken op de cirkel is bovendien niet zonder blessuregevaar. “Je ziet veel blessures ontstaan door verkeerd longeerwerk, op een te kleine cirkel of ze laten het paard te veel naar binnen vallen waardoor het paard eigenlijk mank begint te lopen. Voordat je met de dubbele longe begint is het verstandig dat je paard ten eerste al veel grondwerk kent en dan vooral een gas, stuur en rem heeft. Dat is veel gemakkelijker, je zit al met twee lijnen, dus hoe lichter je paard reageert op je aanwijzingen, hoe minder werk jij hebt om alles in beweging te krijgen. Verder moet hij bekend zijn met het cirkelwerk: stap, draf, galop en halthouden op de cirkel. Zowel in opwaartse als in neerwaartse gang en dat zou hij heel ontspannen moeten kunnen. We gaan de dubbele longe namelijk gebruiken voor verzameling en ook een deel voor vertrouwen. Het heeft geen zin om dat aan het paard te vragen als hij zich nog niet kan ontspannen in de rug,”stelt Wendy.

Toepassing

Op de cirkel leren we het paard zich op te richten, nadat we hem hebben rechtgericht, zodat hij zijn rugspieren leert gebruiken. Maar als hij helemaal gespannen loopt of naar buiten kijkt heeft het geen zin om iets te vragen, want dan is hij daar mentaal ook nog niet toe in staat. Zorg dat je paard dus rechtloopt op de cirkel, zelfs al bij het vertrek.

“Als je je paard wegstuurt op de cirkel, vallen sommige paarden heel erg op het binnenvoorbeen en kunnen zo hun gewicht niet gelijkmatig verdelen. Dan is het belangrijk dat je je paard leert zijn binnenvoorbeen mee naar buiten te nemen en zijn gewicht gelijkmatig te verdelen over zijn vier benen,” legt Wendy uit.

Vergeet ook niet dat je zelf handig moet zijn met je twee lange touwen. Je werkte al eerder met je vier- en zevenmetertouw. Al die handigheid zorgt ervoor dat jij eenvoudiger met die lijnen kan werken, want je moet sneller zijn. “Je moet je lijnen omhoog kunnen houden en ik merk dat als mensen van vier meter naar zeven meter overschakelen, ze al zeggen wat een lange lijn en helemaal in de knoop zitten met de stick,” vertelt Wendy. “Dat is dus allemaal voorbereiding. De dubbele longe is iets langer dan een zevenmetertouw, dus toch wel een heel eind.”

“Doordat we alle vertrouwensoefeningen al hebben gedaan zal het paard niet onder de indruk zijn als je er eens een lijn overheen gooit. Je staat aan één kant en je moet je lijn naar de andere kant gooien. Op een gegeven moment ligt die lijn erachter of eronder en dan moet je zorgen dat je paard daar niet fel op reageert. Je staat dan nog gevaarlijk dichtbij,” verklaart Wendy. “Sommige paarden zijn onder de indruk als je de tweede lijn achter hun achterwerk aanspant. Soms bokken ze hierop in een poging de lijn af te krijgen. Dit is een heel goede oefening in het zadelmak maken. Ze leren dat als ze iets tegen hun kont krijgen, ze niet moeten schrikken en niet impulsief moeten bokken. Dit komt ook voor bij paarden die zich heel snel opgesloten voelen, bij het opstappen van de trailer bijvoorbeeld of lijden onder singeldwang. Voor alle paarden die claustrofobisch zijn is dit goed!”

Touwgewenning

Bij het zadelmak maken gebruiken we de dubbele longe om het paard zoveel mogelijk touwgewenning te geven tussen en achter de benen, onder de buik tot het paard niet meer onder de indruk is. “Je kan ook een lijn aan de stijgbeugel vastmaken en deze heen en weer trekken zodat het paard gewenning krijgt aan dat heen en weer slingeren. Bij deze oefeningen staan we in het midden van de cirkel en longeren we eigenlijk het paard. Hij gaat rond ons, we hebben één voorlijn en één achterlijn op de achterhand. Die kan je in twee handen houden, maar één is ook voldoende. Ligt er ook aan welke oefening je doet en of je de trainingsstick erbij neemt.”

Met de dubbele longe leren we het paard ook kennismaken met sturen. Een jong paard kan je direct aan het touwhalster binden. “We sturen bijvoorbeeld naar rechts en dan kan je golven langs links, zodat hij daar druk krijgt. Zo leert hij dat hij rechts moet gaan van de druk. Reageert hij niet, dan pak je je linkerteugel wat meer op en zo kan je een jong paard leren om weg te gaan van de druk en de teugel te volgen,” besluit Wendy.

Welk type?

Zelf vindt Wendy de dubbele longe een fijne methode om te zien welk type paard ze in de netten heeft. “Je kan namelijk vrij veel druk geven, bijvoorbeeld in het halthouden, om te zien wat een paard daarmee zal doen. Gaat hij onmiddellijk in de druk hangen? Je hebt ook paarden die stress voelen en die schieten ertussenuit. Het zijn in principe allemaal angstreacties, maar het kan dominantie zijn. Negen van de tien is het meestal angst. Maar het geeft je dus als ruiter een goed idee welk paard je hebt. Is het een bokker, eentje die steigert of juist heel koel reageert?”

Niet iedereen is akkoord of je die grens van stress moet overgaan: moet je dat paard in een keer echt zo bruut halthouden? Maar Wendy meent dat je stress sowieso niet altijd onder controle hebt, het kan ook van buitenaf komen. “Dat kan een tractor zijn die langsrijdt, een benauwde situatie, waardoor jij toch gedwongen wordt om vrij kordaat te reageren. Dan is het fijn dat je al weet hoe je paard is, want dan ben je hem ook enkele seconden voor. Ik kan iets doen om hem een ander idee te geven.”

Bij een ouder paard is de dubbele longe heel goed als extra vertrouwensoefening. Je kan een volledig parcours opstellen met balken, tonnen en water. Je zal zien dat dit vaak een heel ander effect geeft dan dat je voor je paard wandelt. Want als je wandelt, toon je eerst alles. Wandel je erachter dan drijf je jouw paard. “Als je een speels paard hebt, is het een enorm leuke afwisseling. Het is soms zelfs heel verrassend hoe zo’n paard daarop reageert,” stelt Wendy. “Er zijn er die het echt geweldig vinden.

Verzamelen

Het werken van de spieren van de rug, de buik en de hals. Werken aan de dubbele longe geeft het paard de mogelijkheid te verzamelen zonder de ballast van de ruiter. En het geeft de ruiter een heel goed perspectief om te zien hoe het paard beweegt. “Als je paard eenmaal rechtloopt op de cirkel en hij verdeelt zijn gewicht goed, dan kan je hem leren om nageeflijk te zijn en kan je je stick gebruiken of de lijn die achter de achterhand zit om de achterhand te gaan drijven, dat ze er beter onderkomen. En dan zie je als ruiter ook wat er gebeurt met die rug. Als ruiter voel je dat wel, maar je ziet dat eigenlijk nooit. Voordat je eraan begint, moet je dus zeker de handigheid hebben met de lijnen. Oefen daar heel vaak mee, ook voor je eigen veiligheid. Zorg dat je geen lussen rond je handen draait of op een andere manier verstrikt kan geraken in de lijnen. Laat het overschot op de grond liggen, maar laat ze niet rond je benen draaien, want ineens zijn ze weg en word jij onderuitgehaald!”

Wat Wendy ook vaak ziet, zijn mensen die een lus rond hun handen doen om hun sterke paarden beter te kunnen houden. “Je moet er echter vanuit gaan dat als hij sterk is, je iets verkeerd aan het doen of teveel aan het vragen bent. Anders zou hij gewoon licht blijven en zich niet verzetten. Het is geen optie om een lus te draaien, want als het er op aankomt, kan je dat paard nooit tegenhouden en sleurt hij je gewoon mee.”

Fasesysteem

Zorg dus dat je heel gevoelig bent in de handen en werkt in een fasesysteem. Als jij wil halthouden, kan je eerst vanuit je lichaam laten voelen dat je een achterwaartse beweging wil doen. Je gaat wat naar achter leunen, de teugels zachtjes opnemen en dan geleidelijk aan harder tot je uiteindelijk druk blijft geven en hij halthoudt. “En eventueel zelfs een stap naar achter plaatst. Dat is jouw correctie dat hij begint te anticiperen op die stap achterwaarts,” legt Wendy uit. “En hoe meer hij dit doet, hoe beter de werking van de achterhand wordt. Want dan zal hij altijd bezig zijn met achterwaarts stoppen en dat komt altijd van de achterhand. Veel mensen stoppen een paard en wachten tot zijn vier voeten stilstaan, maar dan leunt heel dat gewicht nog op de voorhand en dat is zeker ook niet de bedoeling.”

Voor de oefening met de lijnen zorg je dat je ook eerst oefent zonder longeersingel rond je paard en zonder zadel, zodat je handig kan worden met de lijnen en ze zelf leert dragen.

Als je eenmaal weet hoe de lijnen werken, kan je nadien gebruik maken van een longeersingel of eventueel door de beugels van het zadel. Je geeft in het begin ook niet teveel druk op die lijnen, maar eerst gewenning. “Laat je paard dus maar eerst in de ronde koraal wat lopen, je laat dan eens wat golven tegen de achterhand en je gaat steeds meer en meer draaien en wat meer druk geven op die lijnen. Uiteindelijk gebruik je de lijnen ook om je paard ronder te maken en de achterhand actiever in te zetten. Zo kan je steeds verder gaan en je paard zijwaarts leren, de overgangen en er ook steeds actiever in worden. Je kan hem laten aangalopperen en dan naar halt en terug vertrekken in galop. Dat kan je met je lijnen heel goed corrigeren omdat je er twee hebt, dus je kan hem op de achterhand zetten en terug aansporen om te vertrekken. Je kan er net zo ver in gaan als je zelf wil.”

Correcties zijn dus nodig als het paard teveel gewicht op het binnenvoorbeen zet. Als hij dreigt zijn volte te verkleinen en meer en meer naar de mens toe te komen, dan legt hij teveel gewicht op die binnenschouder. “En dan zie je ook dikwijls dat dat paard niet helemaal recht is en één kant meer heeft, een natuurlijk gebogen kant zodat hij er nog meer gewicht op gooit,” verklaart Wendy. “Daardoor maak je hem nog schever en op een gegeven moment maak je hem gewoon kreupel.” Door de correcties uit te voeren en verder te trainen maak je je paard soepel en fitter. Maar je maakt hem ook dapperder door het parcours te doen, hem eens mee naar buiten te nemen en je geeft hem meer vertrouwen in jou en zelfvertrouwen doordat je in een dode hoek werkt. Mits je natuurlijk de lijnen goed gebruikt. Ook voor spieropbouw en conditietraining is de dubbele longe dus geschikt, denk maar aan een paard dat is behandeld en moet revalideren. “Het is dan altijd beter om het werk terug op te pakken zonder ruiter. Zorg dat je altijd een trainingsschema maakt als je eraan begint, dan vergeet je niet waarmee je bent begonnen en kan je de opbouw mooi volgen. Tien minuten voor de eerste keer is meer dan genoeg. Het is emotioneel een hele belevenis, dus de paarden worden er mentaal moe van en fysiek is het natuurlijk ook een inspanning.”

Hulpmiddelen

“We kunnen ook allerlei bijzetteugels gebruiken, dan kan je je het volgende afvragen: als het paard het niet direct kan, is het dan zinvol hem in die positie te dwingen?”, vraagt Wendy zich af. “De dubbele longe is net als een teugel, je vraagt en je voelt zelf hoeveel weerstand je krijgt. Dan kan je ervoor kiezen dat daar jouw grens is en je gaat er niet voorbij, want hij is nog niet soepel genoeg. Met een hulpteugel dwing je hem in die positie. Als dat paard mentaal of fysiek zegt dat hij daar nog niet kan lopen, heeft het geen zin om zo’n paard vast te zetten, want die gedachte los je daar niet mee op. Je hebt de stelling dus ergens wel, maar hij gaat vasthouden in zijn lichaam en vechten met zijn spieren om daar tegenin te gaan. En dat heb je met de dubbele longe natuurlijk niet,” legt Wendy uit. “Ik zie heel veel paarden die met de neus naar buiten lopen op de volte. Dikwijls omdat ze mentaal nog niet bij hun ruiter zijn en een weg naar buiten zoeken. En zo’n paard is zeker niet goed om vast te klikken met zo’n hulpteugel. Dan kan hij niet meer zeggen wat hij wil en spant hij bijvoorbeeld zijn rug samen. Het geeft dus een heel vertekend beeld. Veel mensen denken dan dat hij mooi in stelling loopt, het is een mooi plaatje, maar eigenlijk loopt het paard gespannen. Een onaangenaam zicht als je dat op een gegeven moment leert te herkennen.”

Nog een gevolg is dat je te veel kracht van voor ziet ontstaan, ze pakken alles vast en die beginnen terug meer op de voorhand door te draven. “Zo krijgt heel je longeerwerk een omgekeerd effect! Ik zeg niet dat ik helemaal tegen hulpmiddelen ben, want sommige paarden hebben misschien zo’n zwakke fysieke toestand dat je van oordeel bent dat hij veel training nodig heeft. Als je met de dubbele longe maar zal vragen en vragen, dan duurt dat gewoon veel langer en je moet het resultaat sneller hebben voor een fysieke toestand. Dan moet je in elk geval wel zorgen dat je paard ontspannen op de cirkel kan lopen. Je zoekt een correcte halthouding, een ontspanning, het zakken van de hals, rechtrichten en verzameling. Daar kan je je achterlijn gebruiken of je stick. Als je dat allemaal hebt met de dubbele longe, dan ben je je paard echt goed fysiek aan het trainen.”

Materiaal

“De lijnen die wij gebruiken zijn heel licht van gewicht zodat er niet teveel neerwaartse druk van voor ontstaat. Ze zijn langer dan het zevenmetertouw, zodat we meer dan voldoende afstand kunnen nemen bij het manoeuvreren in het parcours. Er zitten twee kleine clips aan, ook licht en ze passen door de meeste openingen van de longeersingel. Je kan ze ook altijd met het uiteinde eerst erdoor steken. Ook deze touwen worden vervaardigd in Nederland en België, dus allemaal eerlijke arbeid. Dit kan besteld worden via de website,” besluit Wendy.

Wil je liever in de praktijk oefenen met een instructeur? Dat kan. Dubbele longe kan in privéles maar ook in onze opleidingen komt dit terug.